Maandagochtend 20 oktober jl. vond in Deventer bij de Stichting Acacia een rondetafelgesprek plaats over ”de Radicalisering”.
Gesprekspartners waren Ben Bouwmeester (Wijkagent Deventer), OguzHan Rahimi (Stichting Kennisplein Gelderland), Zuleyha Sahin (projectleider diversiteit Bureau Jeugdzorg Gelderland.),Meriam Brandt (medewerker Bureau Jeugdzorg Gelderland), Bas Donker (student Bestuurskunde Saxion Enschede), Zeliha Mutlu (psycholoog) en Damla Sahin (secretariaat St. Acacia). Het werd een duidelijke gesprek waarin ruim de tijd was om uitgebreid met elkaar over het onderwerp te hebben .Hieronder volgt een beknopte samenvatting.
Na een voorstelrondje deed OguzHan Rahimi de aftrap. Het gesprek begon met de vraag: waarom radicaliseren de jongeren? Op basis van deze vraagstelling hebben we met alle betrokkene een analyse gedaan. We hebben zowel de interne als de externe factoren benoemd. Uiteindelijk hebben we de volgende punten genoteerd:
Interne factoren:
1. De jongeren zijn opzoek naar hun identiteit: grenzen opzoeken;
2. De onveilige gezinssituatie;
3. Vervreemd voelen (pesten etc);
3. Polarisatie in de samenleving;
4. Religieuze analfabeten (onbetrouwbare bronnen);
5. De stoere ”cowboy” gedachten.
Deze punten komen dan niet alleen bij de laagopgeleide allochtone jongeren voor maar juist ook bij de hoog opgeleiden en de bekeerlingen. Met name de bekeerlingen die hun identiteit proberen te profileren door zich totaal te veranderen van de situatie hoe ze eerst waren. Als er dan ook rekening wordt gehouden met de huidige problematiek valt het op dat de bekeerlingen op diverse sites informatie proberen in te winnen over de Islam. Echter worden deze zo negatief beïnvloedt waardoor men en met name de jongeren beginnen te radicaliseren.
Externe factoren:
1. Werkloosheid, daarmee uitsluiting tot de arbeidsmarkt(discriminatie);
2. Sociale contacten;
3. De wantrouwen in oa bijvoorbeeld de politie, de jeugdzorg en in de politiek;
4. Mislukte integraties;
5. Migratieproblematiek.
Op basis van deze punten hebben we besproken wat de plichten van diverse instanties en mensen nou eigenlijk hierbij moet zijn, dit met name om de radicalisering te verminderen.
1. Er moeten gesprekken plaatsvinden tussen instanties en jongeren op laagdrempelig manier (bijvoorbeeld tijdens culturele dagen zoals de Ramadan);
2. Analfabetisme kan worden weggenomen door goede websites te bouwen met de juiste informatie. Daarbij ook rekening houdend met een goede opvoeding;
3. De gemeentes moeten duidelijke protocollen hebben.
Het is in iedere geval door Ben Bouwmeester en Zuleyha Sahin benadrukt dat bij een kleine twijfel de situatie bij een professional gemeld moet worden. Daarnaast zijn we het allemaal mee over eens dat onderwijs hét middel is om omgang met diversiteit te leren en te ondersteunen en dat vanuit school ook goed in de gaten moet gehouden worden of er een situatie verandering op treedt bij een leerling.
Een conclusie is eveneens dat alle aanwezigen voorstander zijn van het bij elkaar brengen van jongeren door middel van gesprekken. Tijdens deze gesprekken kunnen er dan rolmodellen optreden. Niet alleen via stichtingen maar met name ook vanuit scholen. Het is van belang dat er gastlessen worden gegeven op diverse scholen over dit en vergelijkbare onderwerpen zodat niet alleen jongeren maar ook ouders geïnformeerd worden. Ook is vanuit de politie van belang dat ze informatie verstrekken bij het vaststellen van problemen en wat er eventueel met de binnengekomen meldingen wordt gedaan. Men moet namelijk weten bij wie ze terecht kunnen met opgevangen signalen. Vanuit diverse instanties en stichtingen is het dan van belang om voorlichtingen te geven over ”opvoeden tussen twee culturen”. Van hieruit kunnen er gesprekken worden gehouden over dilemma’s en dus ook over radicalisering. Ouders kunnen tijdens deze voorlichtingen leren wat en waar ze terecht kunnen voor advies en ondersteuning als ze het signaleren.
Verder worden tijdens het gesprek ervaringen en ideeën uitgewisseld over de noodzaak van een samenwerking tussen de gemeente(ambtenaren), politie, welzijnsorganisaties en zelforganisaties die met dit onderwerp bezig zijn. Ook de gemeente moet namelijk een duidelijke beleid en handelingsprotocol hebben bij het signaleren van radicalisering.